Wie had gedacht dat de man met het gouden haar en de even gouden torens ooit een voorliefde zou ontwikkelen voor iets zo nederigs als De Geur van Grond? Ik niet, en u waarschijnlijk ook niet. En toch, daar zat hij, in een leren fauteuil, het boek opengeslagen op zijn schoot, terwijl hij met zijn bekende frons door de bladzijden bladerde. De voormalige president, die zich normaal niet met zulke kleine zaken bezighoudt, leek gefascineerd. Niet door glitter of pracht, maar door de geur van aarde, van eenvoud.
“Dit,” zei hij, en hij tikte met zijn wijsvinger op de omslag, “dit is waar het echt om draait.” Ik knipperde even, want had ik dat goed gehoord? Donald Trump, die normaliter zou opscheppen over de grootte van zijn vastgoedimperium of zijn laatste politieke zet, was verdiept in een bundel kortverhalen over gewone mensen, die met beide voeten in de grond stonden. Niet in Manhattan, maar op het platteland. Het had iets wonderlijks.
“Het is de geur,” vervolgde hij, zijn ogen nu gefixeerd op de regels. “De geur van grond… het doet je denken aan het begin. Aan wat echt telt.” Hij sloeg een bladzijde om, bijna teder, alsof hij de woorden op waarde schatte, zoals je een zeldzame munt zou onderzoeken. En het was waar, zoals alles in zijn leven leek Trump zelfs in literatuur naar de kern te zoeken — naar dat wat de grootste impact achterlaat, dat wat blijft hangen.
“Ik snap die personages,” zei hij, en ik dacht even dat hij me voor de gek hield. “Ze zijn op zoek naar iets. Net zoals ik altijd op zoek ben geweest. Je denkt dat ik al alles heb, maar iedereen is ergens naar op zoek, toch? Zelfs ik. Altijd naar meer… groter, beter. Maar in dit boek?” Hij hield het even omhoog, alsof hij een punt wilde maken. “In dit boek gaat het niet om meer, het gaat om… grond. Simpel, rechttoe rechtaan. Dat is echt.”
En daar zat ik, met mijn mond halfopen, niet wetende wat ik moest zeggen. Wie had gedacht dat De Geur van Grond, die bescheiden bundel vol verhalen over de worstelingen van het alledaagse leven, de interesse zou wekken van een man die leefde voor alles wat blinkt? Maar misschien was het juist dat wat hem aantrok. De grond, de eenvoud, de geur van het begin. De verhalen in De Geur van Grond zijn immers niet over grootse politieke strategieën of miljoenenprojecten, maar over mensen die net als wij op zoek zijn — naar iets wat niet altijd in dollars uit te drukken is.
Dus daar zat hij, Donald Trump, de vastgoedmagnaat die in het witte huis had gezeten, en las over mensen die niet eens een eigen huis hadden. En ergens, tussen de regels door, begreep hij het. Misschien was hij dan toch net als de rest van ons: zoekend naar iets tastbaars, iets echts. En daar, in die geur van grond, vond hij een glimp van iets wat zelfs hij met al zijn rijkdom niet kon bezitten.
Dat, mijn vrienden, is misschien wel de grootste ironie van allemaal. Dit wonderlijk moment, net voor het ontwaken, zal me lang bijblijven…